Een tijdje geleden hadden we een afspraak in Friesland. We gingen met ons gezin die kant op en wilden op tijd vertrekken. Ik had vlak voor vertrek snel even een kop cappuccino ingeschonken, zodat ik die onderweg op kon drinken. Toen we ons dorp uitreden liep er een vriendin van ons over straat en zag ons. We deden het autoraampje open en groetten haar vrolijk. Ze kwam naast de auto staan om even een praatje te maken en haar blik viel op mijn kop cappuccino. “Haha, zit jij met een kop théé in de auto?!”, zei ze.
Toen we weer verder reden bedacht ik hoe opmerkelijk het eigenlijk is dat wij mensen zó vaak in een split second een aanname doen. En meestal klopt de aanname niet eens. Want misschien zat er wel een pasgeboren cavia in mijn mok. Of een verzameling gouden tanden uit 1633.
Dat zij niet had bedacht dat er ook iets anders dan thee in mijn mok zou kunnen zitten is natuurlijk niet heel erg. Maar: aannames, invullen voor de ander, oordelen, kijken vanuit je eigen (beperkte) perspectief… Zó vaak levert het alleen maar verwijdering en onbegrip op.
Wat als we wat meer met een liefdevolle blik naar elkaar zouden kijken? Niet zomaar aannemen dat iemand een opmerking vast gemeen/kwetsend/egoïstisch bedoelt, maar eens vragen naar wat erachter zit, vragen naar de intentie. Bijvoorbeeld: “Wat maakt dat je dat zegt?” Dan kom je er vaak achter dat hetgeen jij hoorde helemaal niet zo is bedoeld als jij had geïnterpreteerd.
In mijn werk lukt me dit prima, gaat het meestal automatisch. Maar privé blijft dit ook bij mij weleens een leerpuntje. Als mijn man iets tegen me zegt waar ik een bepaald toontje in denk te horen en dat ik dan precies invul wat hij bedoelt (en dat is dan in dat geval niet positief). Een teken dat er toch nog wat oud zeer zit, dat af en toe pijn doet als het getriggerd wordt. En dan weet ik dat ik nog wat op te ruimen heb.
Comments